„Leidsch Dagblad“ vom 4. März 1933

Luxor-theater. — Een film als „Strich durch die Rechnung“ moet vooral bij de ontelbare sportlievende Duitschers wel zeer in den smaak zijn gevallen. Welk een prachtschets uit de wondere wielerwereld, welk een rake sypeering van toestanden en zeden uit ‚t leven der kampioenen van de piste …! Er moet wel een zeer uitvoerige en ernstige studie aan zijn voorafgegaan om tot een dergelijk resultaat te hebben kunnen komen. Goed getroffen is de moeilijke strijd van een opkomenden wielerster als Willy Streblow, die aan den vooravond zijner glorie ondervindt hoe zwaar het valt om zonder geld, zonder voorafgaande successen en zonder hulp der industrie het gestelde sportleve doel te bereiken. Alles schijnt samen te werken om den jongeman, van wien men voelt, dat hij de snelste is, de overwinning te onthouden, en slechts heel aan het slot wordt Fortuna hem genadig, nog juist op tijd om in een onweerstaanbaar tempo en onder onbeschrijflijk enthousiasme het beroemde „Gouden Weil“ in de wacht te sleepen! Heinz Rühmann gaat geheel op in de rol van dezen jeugdigen renner: soms overmoedig en doelbewust, dan berustend en gevoelig voor het leed van den ouderen kampioen, wiens verdere bestaan als wielrenner van Willy’s medelijden afhankelijk is…. Hij is in gezelschap de houterige, onbeholpen „jongen uit het volk“, doch groot en sterk en imponeerend, zoodra de wielen suizen over de baan en hij in onstuimige vaart alle tegenstanders poogt te passeeren. Toni van Eyck is het lieftallige meiske, dat hem bijstaat in alle moeilijkheden, terwijl Otto Wallburg een buitengewoon komische manager is van den bijkans afgedankten oud-wereldkampioen Banz. Een pracht-type, deze zeer omvangrijke wieler-intrigant temidden der kampioenen, een figuur, die door z’n zonderlinge optreden en z’n merkwaardige wijze van spreken aanleiding geeft tot stormachtige vroolijkheid! Een bijzondere vondst is tenslotte de manier waarop regisseur Alfred Zeisler den wedstrijd achter motoren voor het film-publiek aantrekkelijk heeft weten te maken. Op de tribune plaatste hij een radio-verslaggever, die voor de microfoon een boeiend verhaal ophangt van de gebeurtenissen op de baan, en in de bochten, dus op momenten van den meest fellen strijd, deed de camera de rest. Wie van sport houdt, kan zich bij deze film in hooge mate amuseeren….

Voor de pauze gaat „De ondergang van de Maradoe“, een film in den trant van Traderhorn, Afrika spreekt, en Tarzan, die weer vele interessante opnamen brengt van Afrika’s wildernis.


Luxor-Theater. – Ein Film wie „Strich durch die Rechnung“ muss bei den vielen sportbegeisterten Deutschen sehr beliebt gewesen sein. Was für eine schöne Zeichnung der wunderbaren Welt des Radsports, was für eine scharfe Beschreibung von Situationen und Gepflogenheiten im Leben der Champions der Piste …! Es muss eine sehr umfangreiche und ernsthafte Studie erfordert haben, um zu einem solchen Ergebnis zu kommen. Der schwierige Kampf eines aufstrebenden Radsportlers wie Willy Streblow, der am Vorabend seines Ruhms erfährt, wie schwer es ist, ohne Geld, ohne bisherige Erfolge und ohne Hilfe der Industrie das gesteckte sportliche Ziel zu erreichen, wird gut eingefangen. Alles scheint zusammenzuwirken, um den jungen Mann, von dem man spürt, dass er der Schnellste ist, vom Sieg abzuhalten, und erst ganz zum Schluss ist Fortuna ihm gnädig, gerade noch rechtzeitig, um in unwiderstehlichem Tempo und mit unbeschreiblicher Begeisterung das berühmte „Goldene Rad“ zu gewinnen! Heinz Rühmann ist ganz in der Rolle des jugendlichen Fahrers zu Hause: mal übermütig und zielstrebig, dann wieder resigniert und sensibel für das Leiden des alten Meisters, dessen weitere Existenz als Radfahrer von Willys Mitgefühl abhängt…. In Gesellschaft ist er der schwerfällige, unbeholfene „Junge aus dem Volk“, aber groß und stark und beeindruckend, sobald die Räder über die Strecke sausen und er mit halsbrecherischer Geschwindigkeit an allen Gegnern vorbeizieht. Toni van Eyck ist das schöne Mädchen, das ihm in allen Schwierigkeiten beisteht, während Otto Wallburg ein außerordentlich komischer Manager des fast ausrangierten Ex-Weltmeisters Banz ist. Eine prächtige Figur, in Mitten der Radsport-Intrige zwischen den Fahrern, eine Figur, die durch ihr seltsames Verhalten und ihre bemerkenswerte Sprechweise Anlass zu stürmischer Heiterkeit gibt! Bemerkenswert ist die Art und Weise, wie es Regisseur Alfred Zeisler gelang, das Rennen hinter den Motorrädern für das Filmpublikum attraktiv zu machen. Er platzierte einen Radioreporter auf der Tribüne, der vor dem Mikrofon das Geschehen auf der Strecke erzählte, und in den Kurven, in den Momenten des härtesten Kampfes, erledigte die Kamera den Rest. Diejenigen, die Sport lieben, werden diesen Film sehr genießen….

Vor der Pause gibt es „Der Untergang der Maradu“, ein Film im Stil von „Traderhorn“, „Africa Speaks“ und „Tarzan“, der wieder viele interessante Aufnahmen von Afrikas Wildnis bietet.